De Geest en de bruid zeggen: ‘Kom.’ En wie dat hoort, moet ook zeggen: ‘Kom.’ Wie dorst heeft: kom maar. En wie graag wil drinken: neem maar van het water dat leven geeft, gratis.
Ik waarschuw ieder die de profetische woorden van dit boek hoort: als iemand er iets aan toevoegt, zal God hem de rampen laten overkomen die in dit boek staan. Als iemand iets van de profetische woorden van dit boek afneemt, zal God hem het recht afnemen om van de boom die leven geeft te eten en in de stad van God te komen, waarover in dit boek gesproken wordt. Hij die dit alles bekend heeft gemaakt, zegt: ‘Ja, Ik kom al spoedig.’ Amen. Ja, Here Jezus, kom! (Openbaring 22:17-20 Het Boek)
Mijn ouders leefden in de verwachting van Jezus’ spoedige terugkeer. Mijn vader dacht dat hij Jezus’ wederkomst op aarde nog zou meemaken, maar mijn ouders zijn nu beiden bij Jezus terwijl wij hier standby blijven.
Ik begrijp dat de oorlogsgeneratie snakte naar verlossing en vrede. Een terugkeer van Jezus zou in één keer een einde maken aan alle ellende op aarde. Wie daarnaar hunkert, verlangt iets goeds.
Ook de eerste christenen waren gereed voor Jezus’ terugkomst. Maar ook toen was bij velen de wens de vader van de gedachte. Dat verlangen mag christenen niet apathisch maken. De verwachting moet een actieve geloofshouding zijn, we moeten niet voortdurend naar de hemel blijven staren.
Er zijn tal van teksten die spreken over een spoedige wederkomst van Jezus. Dat levert zeker uitdagingen op voor bijbeluitleggers. Neem deze uitspraak van Jezus: “Luister, Ik zeg dat sommigen van jullie die hier bij Mij staan, Mij, de Mensenzoon, nog tijdens hun leven zullen zien komen in koninklijke waardigheid.’” (Mattheüs 16:28)
Nou, dat lijkt duidelijk. Maar lees nu ook wat Petrus, een van hen, hier zelf over schrijft: “Toen wij u vertelden over de machtige komst van onze Here Jezus Christus, was dat geen verzinsel. Ik heb met eigen ogen zijn macht en majesteit gezien. Ik was bij Hem op de heilige berg, toen Hij straalde van de heerlijkheid die God, zijn Vader, Hem had gegeven.” “Vrienden, u moet niet vergeten dat voor de Here één dag als duizend jaar is en duizend jaar als één dag.” (2 Petrus 1:16, 17 en 3:8)
Petrus verwijst hier naar ‘de verheerlijking op de berg’. Een enkele discipel van Jezus mocht daarbij zijn. Dat was een hemelse voorvertoning van wat nog staat te gebeuren!
Er is een conditie die eerst vervuld moet worden voordat Jezus terugkeert: “Het goede nieuws over het Koninkrijk van God zal overal ter wereld worden gebracht, zodat alle landen het zullen horen. En dan zal het einde komen.” (Mattheus 24:14)
Daar komt bij, niemand weet – volgens Jezus zelf – op welk moment de wederkomst plaatsvindt: “Maar wanneer dat allemaal zal gebeuren, op welke dag en welk uur, weet niemand. Ook de engelen in de hemel weten het niet. Alleen de Vader weet het.” (Mattheus 24:36)
Spoedig kan ‘binnenkort’ betekenen, maar ook ‘onverwacht’. Paulus, Petrus en Johannes zeggen hetzelfde: “Jezus komt als een dief in de nacht.”
Jezus spreekt zelf over ‘spoedig’ in de zin van ‘met hoge snelheid’: “Want zoals de bliksem van oost naar west langs de hemel schiet, zo zal het zijn als Ik, de Mensenzoon, terugkom.” (Mattheus 24:27)
Zelf geloof ik dat God wil dat wij op aarde voortdurend in een staat van verlangen en verwachting leven. Dat geeft hoop en perspectief en een besef van urgentie.
Ik zeg het voorgaande generaties vrijmoedig na: “Kom, Heer Jezus. Kom spoedig!”

Blogpost geschreven als bijdrage aan Maand van de Bijbel. Voel je vrij om deze teksten met bronvermelding te delen, maar gebruik daarbij steeds de hashtag #MVDBblogs ZIE LINKS NAAR ANDERE BLOGS HIER
Voel je vrij en reageer