Lezen: Johannes 8:12-29
Beste Johannes,
Even een gek idee – als je me toestaat. Stel je voor, ik ga midden op een druk plein staan en spreek de mensen toe: ‘Ik ben het licht van de wereld. Wie Mij volgt, zal nooit in de duisternis leven, maar hij zal het licht hebben dat Leven geeft.’ Hoeveel mensen zouden dan denken: Dat zijn nog eens woorden van een wijze man – laten we hèm geloven en volgen!
Toen Jezus dit zei sprak hij de waarheid. Daar zijn wij allebei van overtuigd. Maar de deskundigen van die dagen hadden een andere mening. ‘Daar zegt U nogal wat,’ merkten de Farizeeën op. ‘Er is geen enkel bewijs dat U de waarheid spreekt.’ Geen enkel bewijs? Waren ze nu al vergeten dat Jezus een verlamde man genezen had?
De bijbelleraren en leiders van de tempel kennen de heilige boekrollen uit het hoofd, ze weten dat Jezus de waarheid zegt wanneer hij stelt dat iets wettelijk vaststaat als twee getuigen hetzelfde zeggen.
Deze woordenwisseling geef je ons door vlak na de aanklacht tegen een ‘overspelige vrouw’. Zie ik verbanden die er niet zijn, Johannes? Ik stel me voor dat er twee of drie mannen waren die de vrouw beschuldigden van overspel – feitelijk was je dan al ter dood veroordeeld. Wat kon een vrouw, in jouw tijd levend in een onderdanige en afhankelijke positie, inbrengen tegen de aanklacht van twee of drie mannen? Des te mooier is het dat Jezus haar toch met een enkele zin weet vrij te spreken. Geef mij zo’n advocaat!
‘In uw wet staat dat als twee getuigen hetzelfde zeggen, hun getuigenis rechtsgeldig is.’ Jezus verwijst naar een voorschrift uit de wetsrol Deuteronomium – maar dat hoef ik jou natuurlijk niet te vertellen. Zelf moest ik het even opzoeken: ‘Veroordeel niemand op grond van de uitspraak van slechts één getuige. Er moeten minstens twee of drie getuigen zijn.’ Maar waarom gebruikt Jezus dit argument om zijn autoriteit en geloofwaardigheid aan te tonen?
Jezus spreekt over zichzelf als de ene getuige – de Autoriteit die de waarheid tot bestaan roept door de kracht van zijn woord. Zijn Vader is de tweede getuige en ik heb een vermoeden wie dan de ongenoemde getuige nummer drie zal zijn… Denk jij er ook zo over, Johannes?
Trouwe Heer, in onze duisternis gaat het licht aan wanneer u spreekt. Uw woorden komen binnenin ons tot leven en missen hun uitwerking niet. Niemand sprak zoals u! Iedere gewone sterveling zou zichzelf volslagen belachelijk gemaakt hebben met dergelijke uitspraken. Grootheidswaanzin! zou men roepen. Maar u bent geen gewone sterveling en omdat wij ervoor kiezen u te volgen leven wij niet in de duisternis.
‘Daar zegt u nogal wat’, zeiden de mannen die vooral zichzelf heel verlicht vonden. En het is zo: u deed geen alledaagse uitspraken! En dan vertelt u ook nog zonder omwegen dat ze u omhoog zullen heffen en doden. Veel duidelijker had u niet kunnen vooruitwijzen naar die verschrikkelijke kruisdood die u te wachten stond.
Heer, wij willen u ook verhogen, maar dan als onze Redder met een lied van dank en aanbidding. Wij koersen op uw heldere licht, stralend in de duisternis!
Woorden om bij stil te staan (8:28)
‘Wanneer u Mij, de Mensenzoon, omhooggeheven en gedood hebt, zult u weten wie IK BEN. Dan zal het u duidelijk zijn dat Ik niet mijn eigen wil doe, maar alleen zeg wat de Vader Mij geleerd heeft.’
Een lied voor onderweg: My Lighthouse – REND COLLECTIVE
One comment on “18 ~ Daar zegt u nogal wat”