Lezen: Johannes 21:15-25
Beste Johannes,
Dit is mijn laatste brief aan jou. Ik hoop dat je het verrassend vond om na zoveel jaren iets van iemand uit een heel andere tijd en heel andere plaats te horen – je hebt dit allemaal immers niet voor niets opgeschreven. Je woorden blijven ons aanspreken hoor, daar mag je op vertrouwen! En ik begrijp dat je ergens een punt achter je verslag moest zetten – je had nog zoveel meer mee te delen – de wereld zou te klein zijn om alle boeken te bevatten die jij zou kunnen volschrijven over de dingen die de Meester gedaan en gezegd heeft.
We hebben nog wat brieven van je – de traditie schrijft ze aan jou toe – en ik ga er maar van uit dat jij achter de inhoud staat. Ik lees daarin de woorden van een leerling die zelf leraar geworden is, een man met gerijpt geloof. En we hebben het boek Openbaring, je geeft ons daarin een beeld van het einde der tijden en – hoewel ik daar een stuk dichterbij moet leven dan jij destijds – ik blijf het een ontoegankelijk boek vinden, met uitzondering van een paar gedeelten. Het is niet erg dat ik niet alles begrijp, zolang ik maar mijn vertrouwen en verwondering mag behouden. En de liefde – want daar gaat het uiteindelijk allemaal om, dat heb je ons voldoende duidelijk gemaakt.
Jezus laat zijn vriend Petrus tot driemaal toe een liefdesverklaring afleggen. Hoe pijnlijk is dat? En ik heb begrepen dat de Heer de lat niet te hoog legt – de liefde die hij vraagt is niet per definitie die van de hoogste categorie – ik vrees dat alleen de Heer zelf die pure liefde in de aanbieding heeft. Bij ons zit er toch altijd een beetje eigenbelang bij, ik denk dat de Heer dat ook wel weet.
De visserman was geroepen om iets anders te gaan doen. Even dacht hij dat een terugkeer naar zijn oude werk de beste oplossing was, maar Jezus geeft hem in antwoord op zijn liefdesverklaring drie opdrachten die te maken hebben met schapen. De visser van mensen moet nu ook herder van mensen worden. Het beeld is duidelijk. Petrus is een ruwe kerel met een klein hartje. Prima kandidaat voor het ruige herdersbestaan. Hard genoeg om de wolven en schapendieven weg te jagen, zacht genoeg om bij de derde keer verdrietig te antwoorden: ‘Here, U weet alles. U weet toch dat ik van U houd!’
De Meester heeft nog een paar ernstige woorden voor zijn stoere leerling. Er komt een dag dat hij moet gaan waar hij niet wil gaan. Jij maakt duidelijk dat dit betrekking heeft op de dood die Petrus zal sterven. En direct herkennen we Petrus weer – we vragen ons af of hij wel goed geluisterd heeft naar de woorden van de Meester. ‘En wat staat hem te wachten, Here?’
Had Petrus direct geaccepteerd dat hij voor Jezus zou sterven en was hij nu vooral bezorgd over jou? Dat kan ook nog. Hoe dan ook, Jezus zegt dat het hem niets aan gaat. ‘Het enige wat jij moet doen, is Mij volgen’.
Dat lijkt me een goed punt om deze laatste brief aan jou af te ronden, beste Johannes. Dank je wel voor alles wat je opgeschreven hebt. We zijn benieuwd of we ooit nog van je horen wat er nog niet is opgeschreven over Jezus. Je hebt de eeuwigheid om ons straks bij te praten. Tot dan.
Lieve Heer. Tot driemaal toe laat u Petrus zijn liefde aan u verklaren. Wij geven er onze verklaring bij: we houden van u. Geen mens heeft zoveel indruk gemaakt, geen enkel persoon heeft de geschiedenis zo ingrijpend beïnvloed. En door uw Woord en Geest blijft u tot ons hart spreken. We danken u voor het voorbeeld van trouw en liefde, uw weg van zelfopoffering, gehoorzaamheid en toewijding. We willen graag dicht bij u in de buurt blijven. Tot het eeuwig samenzijn er is en al onze vragen in u zijn opgelost.
Passende woorden om mee af te sluiten (21:25)
Jezus heeft trouwens nog veel meer gedaan. Maar als dat allemaal opgeschreven zou worden, zou de wereld, denk ik, te klein zijn voor al die boeken.
Een liefdeslied voor Jezus – My Jesus, I Love Thee – ANTHEM LIGHTS
Voel je vrij en reageer