Lezen: Johannes 10:22-42
Beste Johannes,
Je leest gemakkelijk over informatie heen die jij in inleidingen of meer terloops met ons deelt. Nu begin je over het jaarlijkse feest van de tempelwijding en over het feit dat het winter was. Chanoeka! Door veel mensen min of meer gezien als het joodse kerstfeest… het feest van licht en van het wonder van olie die niet opraakt. De menora met acht armen, een feest van acht dagen met een ‘dienaar’ in het midden van de kandelaar die gebruikt wordt om steeds het volgende lampje aan te steken.
Misschien gaat mijn verbeelding met mij aan de haal, maar ik zie in gedachten die Dienaar door de zuilengalerij van Salomo lopen terwijl ‘vrome’ volksgenoten hem vragen om zichzelf als Messias bekend te maken. Was het vragen uit belangstelling, of was het uitdagen om het licht van de Dienaar uit te kunnen blazen?
“Als U de Christus bent, zeg het dan!’ ‘Dat heb Ik al gezegd,’ antwoordde Jezus, ‘maar u gelooft Mij niet…’”
Je zou denken dat Jezus alleen zinspeelt op het feit dat hij de beloofde Redder is, maar hij deinst er niet voor terug om in de tempel de goddelijke waarheid te verkondigen: ‘De wonderen die Ik in de naam van mijn Vader doe, zijn het overtuigende bewijs dat Ik de Christus ben.’ Nou, veel duidelijker kan Jezus zich niet uitdrukken, lijkt mij. Maar hij maakt het – naar het oordeel van zijn tegenstanders – nóg erger met zijn uitspraak: ‘De Vader en Ik zijn één.’
De stenen worden alweer van de grond geraapt. Jezus wil weten waarom ze hem stenigen willen en er ontstaat een discussie die – hoe kan het anders – door de tegenstanders van Jezus verloren wordt. En Jezus blijkt niet alleen een Woordkunsteraar, hij is ook de ultieme Ontsnappingskunstenaar:
‘Zij stonden weer op het punt Hem gevangen te nemen, maar Hij ontkwam.’
Jezus die de dood het nakijken geeft – het zal niet voor de eerste keer zijn.
Heer, we bewonderen u om uw moed, om uw wijsheid en om uw vermogen om in de meest benauwde omstandigheden uitkomst te bieden. Er waren zoveel mensen die probeerden u op woorden te vangen zodat ze u iets aan konden doen. Maar uw wonderen waren onmiskenbaar en uw wijsheid onverslaanbaar. Niemand kreeg vat op u zolang het nog niet de tijd was om uzelf vrijwillig over te geven aan de dood, wetend dat die laatste tegenstander ook voor u op de knieën gedwongen zou worden. U bent werkelijk Superieur!
Woorden om bij stil te staan (10:27-30)
Mijn schapen luisteren naar mijn stem en Ik ken ze. Zij volgen Mij en Ik geef hun eeuwig leven. Zij zullen nooit verloren gaan. Niemand kan hen van Mij afnemen. Mijn Vader die hen aan Mij gegeven heeft, is groter dan wie ook. Niemand kan hen uit de hand van mijn Vader wegroven. De Vader en Ik zijn één.’
Een lied voor onderweg: Be My Escape – RELIENT K
LEES DIE LYRICS… ik vond dit lied zonder lang te zoeken!
Voel je vrij en reageer