Lezen: Johannes 8:52-59
Beste Johannes,
Soms lijkt het erop dat Jezus moeilijkheden zoekt. De tempel was de plaats waar zijn machtigste tegenstanders te vinden waren – en juist op die plek neemt Jezus het woord en zegt hij dingen die in de oren van de godsdienstleraren en tempelbazen schokkend en godslasterlijk klinken.
Schokkend en godslasterlijk? Jezus? Dat klinkt nu juist in mijn oren totaal ongeloofwaardig. Die man die ons aanspoort om ons niet onnodig zorgen te maken (dat lost immers toch niets op), de man die zegt dat we van God en onze medemensen moeten houden als van onszelf (ja, sla jezelf niet over!), de man die ons leert dat we niet schijnheilig moeten oordelen en vooral eerst kritisch naar ons eigen hart moeten kijken… beweert die man dingen die onbehoorlijk of beledigend zijn?
Je moet me even helpen, Johannes. Waar zit nu precies het probleem?
“Onthoud dit: wie doet wat Ik zeg, zal nooit sterven.”
Toegegeven… zelfs uit de mond van Jezus klinkt dit me vreemd in de oren. Jij leefde met hem en je stond erbij toen hij aan een kruis stierf. Sindsdien zijn er miljarden mensen doodgegaan – waaronder ontelbaar veel gelovigen die zich met vallen en opstaan aan de woorden van de Meester hielden. We zien vandaag, tweeduizend jaar later, kerkhoven vol graven – soms met de mooiste bijbelteksten. Hebben deze mensen de dood niet gezien?
Ergens begrijp ik wel dat de deskundigen van jouw tijd dit ‘waanzinnig’ vonden. Ze zeggen in reactie op deze ongehoorde uitspraak van Jezus:
“Abraham en de profeten zijn allemaal gestorven en u beweert dat ieder die doet wat u zegt, niet zal sterven. U denkt toch zeker niet dat u meer bent dan onze stamvader Abraham? Hij en de profeten zijn gestorven. Wat verbeeldt u zich wel?”
Tja, wat zou de Meester daar nog op kunnen zeggen? Nu hebben zijn tegenstanders hem in de houdgreep, Johannes… Hoe komt hij hier ooit nog uit?
Je vertelt alles feitelijk, zonder opschepperij: Jezus redt zichzelf met groot gemak. Hij legt uit dat Abraham met vreugde vooruit keek naar zijn komst: “Hij zag mij komen en was erg blij”. Oei! Daar laat Jezus zich in de kaart kijken. Beweert hij nu werkelijk dat hij de langverwachte Messias, de Bevrijder van Israël is? Wacht, hij gaat nog een enorme stap verder, je haalt zijn woorden aan en ik begrijp dat dit helemaal schokkend was voor de vrome volksgenoten die hem niet op zijn woord geloofden:
“Het is zoals ik zeg… IK BEN, al van voordat Abraham werd geboren.”
Wacht even… Jezus geeft hier een IK BEN-antwoord waar zijn tegenstanders uitzinnig kwaad van worden. Als zij zich woedend omdraaien om stenen te pakken… is Jezus stilletjes uit beeld verdwenen. Onze Heer, Johannes! Onze Heer geeft ze het nakijken! Ha!
Jezus, we komen tot u en voelen ons voor de keuze gesteld: bent u werkelijk de Redder die eeuwenlang beloofd is of moeten we een andere conclusie trekken?
Er is geen ontkomen aan: óf u sprak als een waanzinnige, óf u bent werkelijk wie u beweerde te zijn: de Messias, de Zoon van God.
Wij willen u op uw woord geloven. Niemand deed de dingen die u deed, niemand sprak zoals u sprak. We hebben het er vandaag nog steeds over! Als wij doen wat u zegt, zullen we dan wekelijk de dood niet zien? Is het dan zo dat ons lichaam sterft maar dat we zelf in een oogwenk bij u in het eeuwige licht zijn? Wauw…
Woorden om bij stil te staan (8:56-58)
Abraham keek met blijdschap uit naar mijn komst. Hij zag Mij komen en was erg blij.’ ‘U bent nog geen vijftig jaar en U hebt Abraham al gezien?’ zeiden de Joden. ‘Het is zoals Ik zeg,’ antwoordde Jezus. ‘Ik ben, al van voordat Abraham werd geboren.’
Een lied voor onderweg: You Are I Am – MERCY ME
Voel je vrij en reageer