Lezen: Johannes 3:22-36
Beste Johannes,
Gisteren heb ik het eerste gedeelte van jouw verslag laten inzinken. Het was een zondag, de eerste in de veertigdagentijd naar Pasen. In onze tijd houden de volgelingen van Jezus de zondag als rustdag aan – al doen we dat allemaal wat op onze eigen manier. En dat we de zondag als rustdag vieren heeft natuurlijk alles te maken met dat Paasfeest waar we nu samen naartoe leven.
Zojuist las ik je woorden over Johannes de Doper. Een man met een succesvolle bediening, zo op het oog: “Er kwamen daar veel mensen om zich te laten dopen. Johannes was toen nog niet gevangengenomen.” Niets aan de hand, zou je zeggen – al geef je hier wel al een hint naar ellende die nog komen moet. De zaken gaan goed, maar dat zal je altijd zien, er duikt een meningsverschil op. Er ontstaat discussie over hoe je bij de rituele reiniging precies te werk moet gaan en in dat gesprek wordt duidelijk dat je naamgenoot er een serieuze concurrent bij heeft gekregen – de Meester Zelf:
‘Meester, er is nog iemand die doopt en iedereen gaat naar hem toe. Het is de man die u aan de overkant van de Jordaan hebt ontmoet en van wie U zei dat Hij de Christus is.’
Ik zou toch op z’n zachtst gezegd wat verbaasd zijn wanneer iemand zomaar in jouw buurt jouw specifieke werk komt doen, maar Johannes de Doper reageert als de bescheidenheid zelve: ‘Een mens kan zich helemaal niets toe-eigenen, als God het hem niet heeft gegeven.’
Er zit veel wijsheid in die woorden van Johannes de Doper – ik zal ze ook ter harte nemen. Een man die een leeftijdgenoot en familielid van Jezus was, een excentrieke verschijning die in de wildernis preekte en doopte en mensenmenigten naar zich toe trok… Tot de dag dat Jezus verscheen – direct deed hij toen een stap opzij om zijn Meester volop in het licht te zetten. Ogenblikkelijk wees hij zijn leerlingen en zijn publiek door naar de Man om wie het werkelijk gaat – toen, nu en voor altijd: Jezus, de Messias.
Heer! We noemen u niet voor niets zo. U heeft uw leerlingen vrienden genoemd en uiteindelijk vallen allerlei onderlinge verschillen tussen uw volgelingen onderling weg, maar wij kennen onze plaats wanneer we u als Heer aanspreken en gehoorzaam willen doen wat u zegt. We danken u voor het voorbeeld van Johannes de Doper, de man die de schaduw opzocht om een schijnwerper op u te richten. Hoe groot kan een mens worden door klein te blijven?
Woorden om bij stil te staan (3:28-30)
Jullie hebben mij steeds horen zeggen dat ik niet de Christus ben, maar dat God mij voor Hem uit gestuurd heeft. Wie de bruid krijgt, is de bruidegom. De vriend van de bruidegom hoort hem en is blij als hij de stem van de bruidegom hoort. Daarom ben ik blij als de mensen naar Hem toegaan. Hij moet groter worden en ik steeds kleiner.
Een lied voor onderweg The Heart of Worship – MATT REDMAN
Voel je vrij en reageer