Preek huwelijksinzegening Frank Abspoel en Jolanda Abspoel-Kromhout – 14 december 2019
– kaars aansteken –
De bijbeltekst die in de liturgie staat komt uit Mattheüs 5 – een bekend hoofdstuk dat begint met de zogenaamde zaligsprekingen. Jezus vertelt in dit gedeelte wie er werkelijk gelukkig zijn én welke mensen er tenslotte het beste af zijn.

Soms heb je de schijn en de omstandigheden tegen, maar uiteindelijk wint het goede van het kwade. Dat is de boodschap van geloof, hoop en liefde en dat is de essentie van Jezus’ woorden in dit gedeelte. Je zou kunnen zeggen dat hij hier steeds de vraag stelt: ‘Maar weet je wie er werkelijk gelukkig zijn?’ en dan volgt er een antwoord dat je meestal niet aan had zien komen.
Weet je wie er hier werkelijk gelukkig zijn? Vandaag is die vraag eenvoudig te beantwoorden. We hebben een prachtig bruidspaar in ons midden en het geluk straalt van hen af. Toen Jezus gevraagd werd: ‘Maar wat is waarheid?’ keek de vragensteller de Waarheid hoogstpersoonlijk in de ogen zonder het op te merken. De Waarheid is immers een Persoon. Vandaag kun je geluk ook in de ogen kijken – tenminste bij 2 mooie mensen die door de Liefde aan elkaar gegeven zijn.
Echt geluk wordt gedeeld en liefde verspreidt zich zonder zwakker te worden. Van liefde kun je uitdelen zonder er minder van te hebben. Sterker nog: hoe meer je ervan weggeeft, hoe meer je ervoor terugkrijgt. Ik ben niet zo goed in wiskunde, maar ik geloof dat God er ook zo zijn eigen rekenmethodes op nahoudt. Hij bedenkt en breekt de regels wanneer het hem belieft, niemand geeft hem voorschriften en niemand neemt hem de maat.
In de eerste 11 verzen van Mattheüs 5 vertelt Jezus over de mensen die gelukkig (of ‘zalig’) zijn. Dan draait hij de camera om en stelt scherp op zijn toehoorders. Wie waren dat? Het was een mensenmassa. Een menigte. Jezus, de Meester, zat bij hen met zijn leerlingen om zich heen. Een inner circle met een buitenkring – maar niemand was uitgesloten van deze woorden en we mogen ze vandaag de dag nog altijd lezen en ter harte nemen, zelfs al voelen we ons door tijd en ruimte – of onbekendheid – op grote afstand van Jezus staan. Het geeft niet. Kijk rustig toe, luister met een open hart.
Jezus gebruikt in dit hoofdstuk twee metaforen: zout en licht.
“Jullie zijn het zout van de aarde” (vers 13). Jezus zegt dat zout vooral zichzelf moet blijven: smaakmakend, bederfwerend. Laat die kracht niet verloren gaan, is zijn oproep – aan hen, aan ons, aan ons bruidspaar.
“Jullie zijn het licht in de wereld”, is zijn tweede metafoor. Dat het donker buiten is, hoeven we elkaar in deze tijd niet te vertellen. Het is letterlijk donker en koud. Hoe heerlijk is het juist dan als er een warm vlammetje of vuurtje brandt. Jullie zijn als dat warme vlammetje, zegt Jezus – en bij elkaar zijn jullie een hartverwarmend vuur.
Zoals met zoveel dingen: je kunt vuur op een goede manier gebruiken (om te verwarmen, om te louteren – te zuiveren – om een warme maaltijd te maken …), maar in onbeheerste vorm kun je er ongelofelijk veel leed mee veroorzaken. Liefde vraagt om geduld, zelfbeheersing, wijsheid.
Waarom zou je de liefde vieren en bezegelen in de vorm van een huwelijk? Waarom zou je dat zowel in het stadhuis als in de kerk doen? Frank en Jolanda hebben daar heel goed over nagedacht en bewust voor gekozen. Ze vinden beide plechtigheden zelfs zo belangrijk, dat ze hun huwelijksfeest over twee dagen – en meerdere maanden – verspreid hebben.
Je kunt niet liefhebben als je niet ten diepste weet dat je geliefd bent. Je hebt een Bron nodig om uit te putten voordat je een ander te drinken kunt geven. Of, om bij het beeld van vuur te blijven, je kunt niets aansteken als je niet zelf eerst in vuur en vlam bent gezet.
Als je weet hoe belangrijk dit alles is, dan zoek je samen naar een omgeving waar de liefde veilig is. Zo hoort het in de kerk te zijn – “een veilige plaats voor een gevaarlijke boodschap”, zo hoorde ik ooit een voorganger zeggen. Liefde is spannend. Ze is niet saai, ze waagt het erop, ze durft risico’s te nemen.
Een plus een is twee, maar twee plus Een is nóg sterker. Dat is het beeld van een koord dat uit drie strengen bestaat. Frank en Jolanda weten allebei dat hun vuurtje is aangestoken door de Liefde zelf. Liefde is namelijk niet zomaar een gevoel, het is – net als de Waarheid – een Persoon. Als je dat beseft, dan vier je je feestje niet alleen met z’n tweetjes bij romantisch kaarslicht of voor de open haard, dan wil je dat vuur bijeenbrengen en met anderen delen zodat iedereen kan meegenieten en het licht en de warmte zich kunnen verspreiden. Zo is de kerk. Als het goed is.
Ik lees de woorden uit Mattheüs 5 – de zinnen die we er voor deze huwelijksinzegening en -viering uit hebben gelicht, maar ook de woorden die daar direct aan vooraf gaan.
Als u dat kunt, ga even staan om met volle aandacht te luisteren naar het Woord van de Heer:
Jullie zijn het licht van de wereld. Een stad die boven op een berg ligt, kan niet verborgen blijven. Men steekt ook geen lamp aan om hem vervolgens onder een korenmaat weg te zetten, nee, men zet hem op een standaard, zodat hij licht geeft voor ieder die in huis is. Zo moet jullie licht schijnen voor de mensen, opdat ze jullie goede daden zien en eer bewijzen aan jullie Vader in de hemel. (Mattheus 5:14-16)
– gaat u zitten –
Als we allemaal gaan staan, val je pas op wanneer je blijft zitten. Omgekeerd is ook waar: als iedereen zit terwijl jij gaat staan, hoef je niets te zeggen om toch de aandacht te krijgen. Dat is ook wat Jezus bedoelt wanneer hij zegt dat een stad op een berg niet verborgen kan blijven. Een stad in een dal kan dat wel.
Jezus zegt dat we als een stad moeten zijn die bovenop een berg licht. Je kunt het niet horen, maar ik heb het woord ‘licht’ bewust met ch geschreven. Het gaat hier namelijk om een stad die als een helder baken van ver af te zien is: een lichtstad op een berg. Er is geen ontkomen aan – die stad van licht en vrede moet je wel zien, tenzij je er bewust voor kiest je ogen ervoor te blijven sluiten. Liefde is onmiskenbaar.
Een ander beeld. Je kunt een brandend olielampje afdekken – bijvoorbeeld met een korenmaat – een bak waarin koren werd afgepast en bewaard. Als er nog lucht genoeg bij kan komen, dan blijft het olielampje wel branden. Zo is het ook met de liefde. Je kunt haar klein houden en afschermen voor de donkere, boze buitenwereld… maar dan dimt het licht… en als je niet oppast dooft het zelfs.
Wat gebeurt er als je een lampje laag bij je neerzet – vlak naast je, op de grond, bijvoorbeeld? Wanneer jij daar vlakbij zit, kun je profiteren van het licht. Zit je wat verder weg, dan heb je er maar weinig aan. Daarom zegt Jezus: verhef het licht, zet het hoog op een standaard – dan heeft iedereen in huis er iets aan. Zo’n simpele tip, maar met zoveel diepe wijsheid.
Soms zetten mensen hun flakkerende lampje beschut weg omdat ze bang zijn dat hun licht wordt uitgeblazen. Niet doen. Niet bang zijn. Je moet flink je best doen om een vlammetje uit te blazen en zo kan liefde ook wel tegen een stootje. Het vlammetje brandt juist beter wanneer het lucht en ruimte krijgt.
Andere mensen zetten hun walmende vlammetje buiten beeld omdat ze zich ervoor schamen. Nergens voor nodig. Het vlammetje walmt waarschijnlijk omdat je je schaamt. Of: omdat je denkt dat het niet gezien mag worden. Of uit bescheidenheid, omdat je meent dat het allemaal niet om jou gaat. Het gaat ook niet om jou. Het gaat om dat vuur en om dat licht dat je hebt gekregen voor jezelf én om uit te delen.
Dan komen we nu bij de woorden waar het in deze preek vooral om draait:
Zo moet jullie licht schijnen voor de mensen, opdat ze jullie goede daden zien en eer bewijzen aan jullie Vader in de hemel. (vers 16)
Zonder de uitleg vooraf zouden deze woorden niet zo helder spreken als zij – hopelijk – nu doen. Hoe moet jullie licht schijnen? ZO. Niet afgedekt maar blootgesteld aan de donkere buitenwereld. Het gaat tegen je intuïtie in – je bent misschien bang dat je vuurtje het niet overleeft – maar je weet dat God zelf zijn wetten bedenkt en dit is een grondregel: je bent pas sterk wanneer je kwetsbaar durft te zijn. Een hard hart breekt eerder dan een zacht hart.
Waarom slaat een vuurtje over? Hoe komt het dat je door het vuur van de liefde wordt aangestoken? Dat gebeurt wanneer je dichtbij genoeg durft te komen en de liefde een echte kans wilt geven. Dit is het pijnlijke verdriet van onze tijd. Mensen houden elkaar angstig op afstand omdat ze elkaar niet meer durven te vertrouwen of omdat ze zich niet, of niet opnieuw, willen binden. Daar kun je voor kiezen, maar je weet niet wat je mist. Er is moed voor nodig om het hart van een ander op te zoeken, je moet kwetsbaar en benaderbaar durven zijn.
Als je hart door eerdere ervaringen beschadigd is, dan is het te begrijpen dat je wat schuw bent geworden. Dit gebeurt mij niet nogmaals – denk je dan. En wie snapt dat niet? Liefde kan ongelofelijk veel pijn doen. En misschien is het ook wel goed om niet gelijk heel je hart in de aanbieding te doen. Kijk die ander een tijdje aan. Bewaar eerst een veilige afstand en kijk of je met echt vuur of met kunstlicht te maken hebt. Je hart is te kostbaar en te breekbaar om ermee te experimenteren.
Frank en Jolanda hebben samen de tijd genomen. Het zijn geen twintigers meer – dat zie je zelfs bij kaarslicht. Maar ze zijn allebei wel schitterend. En dat zie je vooral als je wat langer naar hen kijkt. Het echte vuur zie je in de ogen – en via die ogen in een brandend hart. Dit vuur is puur en we hebben alle reden om het hier samen te vieren en er in deze kerk Gods zegen over te vragen.
Jolanda. Ik ken jou al wat langer – langer zelfs dan Frank jou kent, maar natuurlijk niet beter… We hebben samengewerkt en samengelopen. Je kunt een dag samenwerken en elkaar leuke collega’s vinden. Je kunt niet voor langere tijd samenwerken zonder bij elkaar licht én schaduw op te merken. Je kunt een eindje met elkaar oplopen, maar je kunt geen pelgrimstocht maken zonder blaren of spierpijn. De pijn hoort erbij en is in zeker zin zelfs aangenaam. Pijn kan een waarschuwingssignaal zijn, maar het kan ook bevestigen dat je op de goede weg bent, dan je groeit, dat je vorderingen maakt.
Ik heb jou, Jolanda, gezien op veel mooie dagen, maar ook op momenten dat het niet allemaal voor de wind ging. Ook dan blijf je 100% Jolanda – en daar is niets mis mee. Ik heb je gevolgd toen ik je een tijdje niet kon zien. Je zat tussen twee banen in en ging niet wanhopig bij de pakken neerzitten. Je stapte met je zus in een vliegtuig en ging naar Lesbos om vluchtelingen uit de branding te halen. Dat zegt veel over jou, al wil je waarschijnlijk niet dat ik er veel over zeg. Maar ik zeg wel iets, en wel hierom:
Zo moet jullie licht schijnen voor de mensen, opdat ze jullie goede daden zien en eer bewijzen aan jullie Vader in de hemel. (vers 16)
Heeft Jolanda dit gedaan omdat het haar zo’n goed gevoel gaf? Ik kan niet in haar hart kijken, dat kan God alleen (en Frank een beetje – maar je moet wel gewoon in gesprek blijven en dóór vragen, broer…). Zelf denk ik dat Jolanda dit heeft gedaan omdat ze het niet kon laten.
Dan nu de bruidegom. Frank. Wij kennen elkaar ook al een tijdje. Je hebt 16 maanden meer levenservaring dan ik dus voor mij ben jij een onuitputtelijke bron van wijsheid. Je nam me op de kleuterschool al in bescherming en ik belandde in een andere klas omdat jij anders helemaal niet meer aan jezelf toekwam. “Wil Paultje kleuren?” Zo is het eigenlijk altijd gebleven. En ja, Paultje wil nog altijd kleuren.
Jij bent pas gelukkig als het goed gaat met anderen en als dat niet zo is, zorg je er liefst hoogstpersoonlijk voor dat het goed komt. Maar die macht heb je niet altijd. Je blijft leren dat je daar jezelf tekort mee kan doen. Als je ’s nachts zonder benzine langs de snelweg komt te staan, waag het dan niet om Frank niet te bellen. De wegenwacht kan niet altijd ogenblikkelijk komen, maar Frank is al onderweg. Als je hem niet tegen zichzelf in bescherming neemt, dan verbouwt hij je huis (hij kan dat wél), rijdt hij het ganse land door om iets op te halen dat jij per ongeluk hebt thuisgelaten én praat hij je onderweg moed in terwijl hijzelf eerlijk gezegd ook wel wat support kan gebruiken.
Jolanda, wees zuinig op mijn broer. Zeg vandaag opnieuw JA tegen hem, blijf dat dagelijks van harte doen, maar durf ook op z’n tijd NEE, of NOG NIET te zeggen. Het is een Abspoel, zeg niet dat ik je niet heb gewaarschuwd.
Wat nemen we mee van deze dag, familie en vrienden?
Ik weet niet of er nog een verrassing wacht, ik hoop altijd van wel. Maar warm je nu vooral aan dit stel en aan het vuur dat zij in zich meedragen. Hun vlammen hebben het lastig gehad, maar het licht brandt feller dan voorheen en ook dát is genade van God. Hij is immers de God van het Eerste en de Vader van het Tweede Verbond. Waar mensen elkaar teleurstellen, blijft God Dezelfde – Hij kan niet anders dan trouw blijven aan Zichzelf.
God is de onuitputtelijke bron van liefde en licht, Hij is oorsprong, zin en doel van het leven. Frank en Jolanda weten dat en ze hebben jullie uitgenodigd om dit inzicht te delen. Maar ook omdat ze willen dat jullie meegenieten van hun schitterende vuurwerk – je moet niet altijd alles klein en onopvallend houden. Soms moet je uitpakken, je mooiste kleren aantrekken en schaamteloos schitteren. En dat past ook bij dit paar. Ze zijn royaal, gastvrij, gunnend. Breng al hun goede eigenschappen bij elkaar en zoek dekking.
Frank en Jolanda weten waar hun kracht vandaan komt, ze hebben pijnlijk ervaren hoe zwaar en donker de levensweg kan zijn, ze zijn niet gisteren aan deze reis begonnen. Ze hebben een Licht voor ogen dat zichtbaar is als een stad op een berg – voor wie omhoog durft te kijken. Het is de stad waar de Vredevorst regeert. Ze hebben geleerd dat hij volledig te vertrouwen is, ook als je hem niet begrijpt. Ze weten dat Zijn hart perfect is, ook wanneer je zijn hand niet ziet of wanneer je zijn doen en laten niet kan volgen.
Liefde is geduldig en gaat altijd uit van het goede. Frank en Jolanda – houd dat inzicht vast! Zoek het hart van de ander wanneer je hem of haar niet begrijpt. Woorden kunnen veel, maar niet alles. Daden zeggen meer en – als ze echt goed zijn – verwijzen ze ALTIJD naar de Vader van de hemellichten.
Als we God niet zien, of niet meer opmerken, dan komt dat doordat onze blik verduisterd is. Op die momenten moet je blijven geloven – en dat is hard werk, net als liefde hard werk is. Het is niet weg als je het even niet meer ervaart.
Is het donker in je leven? Dat wil niet zeggen dat het Licht van de wereld is gedoofd. Voel je je verlaten en alleen? Dat betekent nog niet dat God je vergeten is of dat Hij plots anders, minder, over jou is gaan denken. Je bent nog altijd gewenst en geliefd – en als je even niet oppast – ook nog eens gelukkig getrouwd. Gezegend ben je ermee.
“Elke goede gave, elk volmaakt geschenk komt van boven, van de Vader van de hemellichten; bij Hem is nooit enige verandering of verduistering waar te nemen.” (Jakobus 1:17)
Amen

Prachtig geschreven