“En ga naar het land dat Ik je zal wijzen…” (Genesis 12:1)

In onze vorige, kleine, geloofsgemeenschap (jaren geleden opgeheven, iedereen heeft zich inmiddels bij een andere groep of kerk aangesloten) was de sfeer informeel. De taken waren onderling verdeeld. Een eigen gebouw hadden we niet, laat staan een vaste voorganger. De betrokkenheid was groot, de liefde ook. Veel dingen deden we omdat ze nu eenmaal moesten gebeuren, niet omdat we echt bekwaam waren. Een mooie plek om geestelijk op te groeien en veel te leren!
Tijdens een van de samenkomsten zouden we het geliefde lied ‘Wat de toekomst brengen moge’ gaan zingen. De zangleider van dienst stelde voor dat we de woorden van de slotregel iets zouden wijzigen. Dit is de tekst zoals hij door lieddichter Jacqueline E. van der Waals is geschreven:
Waar de weg mij brengen moge,
aan des Vaders trouwe hand
loop ik met gesloten ogen
naar het onbekende land.
De zangleider suggereerde om de laatste regel te zingen als: “naar het ons bekende land”, want, zo stelde hij: “wij weten immers dat we naar de hemel gaan”.
Dat klonk vroom en het was ongetwijfeld goed bedoeld. Maar ik zing een lied zoals het geschreven is, of ik zing het niet. Noem mij maar eigenwijs. Ik ga immers ook niet met een penseeltje een schilderij van Rembrandt ‘corrigeren’.
Ik geloof in de hemel, maar ik ken dat land niet. Wat ik erover weet, heb ik uit betrouwbare bron – de Bijbel – maar laten we niet doen alsof we er zelf al bezoekers kunnen rondleiden.
“Wat geen oog heeft gezien en geen oor heeft gehoord en in geen mensenhart is opgekomen, dat is wat God bereid heeft voor hen die Hem liefhebben.” (1 Korintiërs 2:9)
Er wacht ons een nieuw jaar. Mijn 2019 was moeilijk en onrustig, ik wil deze periode graag achter me laten. Ik kijk naar 2020 vol verwachting én met onzekerheid. Ik weet nog niet eens wat vandaag me gaat brengen, laat staan dat ik het nieuwe jaar al op waarde kan schatten. Maar ik reis nooit alleen.

Eind 2018 liep ik door het bos. Tussen de herfstbladeren kwamen deze woorden in mijn gedachten: “Ik maak alles nieuw” (Openbaring 21:5). Ik maakte op dat moment bovenstaande foto en heb deze woorden als een belofte omarmd. Maar ik wist toen nog niet dat mijn herfst ruim een jaar zou gaan duren.
Eeuwige Vader, voor U kent de toekomst geen geheimen. Laat ons heel dicht bij U blijven.

Geschreven voor Preek door de week van de Meerkerk.
Amen Paul, Amen!