Het is zo’n anekdote die we binnen ons gezin soms in herinnering roepen. Ik weet niet meer precies wat de aanleiding was, maar Lydia liet zich ooit ontvallen: ‘Of je worst lust!’ Het was natuurlijk niet echt een vraag, maar onze oudste dochter – ze was toen nog klein – reageerde direct enthousiast: ‘Ja, ik lust wel worst!’

In het kinderrijke gezin waarbinnen ik opgroeide was er ook zo’n worst-anekdote. Het verhaal ging dat Bob, mijn oudste broer, als klein jongetje de instructie meegekregen had om bij de slager niet om een plakje worst te vragen. Mijn moeder kocht de vleeswaren in, rekende af en groette de slager bij het weggaan. Mijn broer had niet om een plakje gevraagd en het was hem evenmin spontaan aangeboden. Bij het verlaten van de winkel zei hij: ‘Dag, plakje worst’.
Minder vlees
Waarom deze vleeswaren-herinneringen? Ik schreef eerder al dat ik mijn vleesconsumptie wat wil verminderen. De directe aanleiding is de documentaire die mijn dochter (die dus wel worst lust maar het nu niet meer eet) met haar vriend maakte. Hun verhaal over duurzaamheid werd afgewisseld met korte filmpjes van vrienden die probeerden – met wisselend succes – om een paar weken vleesloos te eten. Dat was op een manier gedaan die het onderwerp leuk en luchtig maakte – en ik heb vooral onthouden dat er deelnemers waren die vertelden dat het hun eigenlijk best wel meeviel (al gold dat zeker niet voor iedereen!). Er was zelfs iemand die uit een horecafamilie komt en die na de opname van de documentaire nu thuis vegetarisch eet. Als hij bij familie is eet hij gewoon wat de pot schaft.
Kaashaat
Voor mij is het wat lastig dat ik niet van kaas houd. Als je vlees laat staan (vooral als broodbeleg) dan is de hartige keus toch een stuk beperkter. Geen kaas lusten is bovendien voor de meeste landgenoten onvoorstelbaar. Gelukkig word ik in mijn afkeer van kaas bijgestaan door Lydia, maar de kaashaat blijkt niet overdraagbaar op het volgende geslacht. Objectief gesproken moet je ook gewoon vaststellen dat kaas stinkt. Heel gezond is het ook niet en wij consumeren wel melk en andere zuivelproducten. Kwark is een grensgeval – feitelijk is het jonge kaas – maar dat vind ik dus wel lekker.
Ik doe nu serieus mijn best minder vlees te eten. Dat heeft ook te maken met het feit dat mijn conditie op dit moment niet al te goed is en het lukt me ook niet echt goed om wat gewicht te verliezen. Dit is dus misschien een mooie gelegenheid om iets te doen vanuit een mooi ideaal én voor de gezondheid.
We melden ons nu ook samen aan bij een sportschool, hopelijk gaan we door de combinatie van meer beweging en andere eetgewoontes daar wat resultaten van merken.
Vegetarische bratwurst met een geschiedenis
Vandaag was stamppot wortelen en uien in de aanbieding bij de plaatselijke super. Ik vind dat erg lekker – maar ‘er moet wel worst bij’. Niemand verbiedt me nu om gewoon een rookworst te kopen, maar ik ging op zoek naar een vegetarisch alternatief. Je moet niet te gemakkelijk toegeven aan vleselijke verleidingen, nietwaar. Ik kocht Bratwurst van de Nederlandse vegetarische slager en zag toen ik naar de bereidingswijze keek (gewoon in een beetje olie rondom bakken) een tekstje waar boven stond: OF JE WORST LUST!
Grappig om te lezen dat de vegetarische Bratwurst een gepatenteerde uitvinding is van oud-bondskanselier Konrad Adenauer! Ik had ook niet het idee dat men toen al in de weer was met soja als vleesvervanger. Ik moet nog veel leren… En ik lust nog altijd worst en verwacht niet dat ik ooit compleet vegetarisch ga eten. Maar, je weet het nooit…
En – voor wie het (w)eten wil – de vegetarische Bratwurst is bij mij in de smaak gevallen. Zeker een goed alternatief, misschien ook wel door de kruiden die heel smaakbepalend zijn.
PS Het blijkt dat onze jongste dochter het “Ik lust wel worst” antwoord gaf.
Lees ook deze blogpost over de vegetarische Bratwurst.
Voel je vrij en reageer