Zo zit je jarenlang in het schilderachtige dorpje Sloterdijk en… plots rijd je door de donkere buurten van Jubbega. Vanzelfsprekend is dat wennen voor een verdwaalde westerling. Die Friezen denken en praten zo snel in hun eigen taal – hoe moet ik als jongen uit de provincie ooit aansluiting vinden? Ik richt mijn ogen hemelwaarts. De wolken boven Jubbega pakken zich samen. Dat God in Sloterdijk werkt staat voor mij onomstotelijk vast. Maar vind ik nog sporen van Hem in Jubbega en Aldskoat? Ik hoop dat dit jaar te ontdekken en deel hier mijn eerste indrukken.
Gastvrijheid
Anne en Greetje. Ik verzin dit niet hè! Dit zijn de namen van mijn gastheer en -vrouw in Jubbega. Ik word als een vorst behandeld, geniet van de rust en ruimte, de vriendelijke gastvrijheid en – laten we er niet langer omheen draaien: ik eet me klem aan het ontbijt. God werkt door mensen, het is algemeen bekend, en deze mensen laten (of ze het nu zelf weten of niet!) iets van Gods gulle goedheid zien. Dat geloof ik.
Schoonheid
Ik zei het al: Jubbega kent donkere wijken. Maar dat is geheel te verklaren door de tijd van het jaar. Op de snelweg van Oudeschoot naar Jubbega is het ook aardedonker. De hele weg rijd ik met groot licht omdat ik anders mijn bed (en breakfast) niet kan vinden. Tegenliggers geven irritante lichtsignalen terwijl ik eenzaam mijn weg door deze jungle probeer te banen. Je kunt wel merken dat de mensen hier niet gewend zijn aan onnozele bezoekers uit de provincie.
Maar goed, schoonheid. Ik heb het vermoeden dat dit een mooie omgeving is. Als ik bij het krieken van de dag en bij het vallen van de avond nog even snel om me heen kijk, dan is er geen ontkennen aan: Friesland is fraai. En dan heb ik het alleen nog maar over het landschap en niet over de vrouwen die allemaal op Doutzen Kroes lijken. Bovendien meen ik dat elk dorp hier de Postcodeloterij gewonnen heeft. Je moet eens komen kijken naar de huizen en tuinen hier. Je hoort daar in de provincie nooit iets over, maar hier wonen veel welstandige geluksvogels.
Die schoonheid en dat grote geluk – het zijn voor wie het zien wil opnieuw blijken van Gods goedheid, maar zien de Friezen dat zelf ook? Waarschijnlijk moet je uit het wilde westen komen om het nog op te merken.
Bedrijvigheid
Genade alleen. Maar goede werken zijn niet onbelangrijk. En er wordt hier goed gewerkt! In absolute stilte werkt een klein leger van uitgevers, redacteuren en marketeers aan een constante stroom christelijke uitgaven. Als ik fanatiek atheïst was, dan zou ik mij ernstig zorgen maken! Wat in stilte gezaaid is, zullen wij als vruchten in de oogsttijd wedervinden. (bron: ‘Zedelijk handboekje voor jongelingen en jonge dochters’ – Joseph Wildt). De oogst van al dit stille, goede werk wordt overal in het land uitgestald en uitgekraamd in winkels en kiosken. God werkt zeker in Aldskoat!*
Ongelofelijk
Slechts enkelingen worden toegelaten in de grote hallen vol stampende drukpersen die een enorme stroom aan bijbels, psalmen- en gebedenboeken de wijde wereld in zenden. Het Woord wordt hier massaal ingeprent en onberispelijk recht gesneden. Er wordt gefluisterd dat dit – in vergelijking tot het vrome uitgeefwerk – een heidens karwei is, maar ik weet inmiddels beter. Ook hier werkt God op ongelofelijke wijze door mensenhoofden en -handen heen. De hele onderneming wordt hier ingezet om de wereld met het Woord te bereiken, terwijl de massa op maat bediend wordt met een eindeloze reeks Dwarsliggers™. Zo kun je met behulp van de onrechtvaardige Mammon goede zaken doen – geheel in lijn met de Meesterlijke instructies (Lucas 16:9 – HSV – uiteraard).
Vlotgetrokken
Soms slaat een schip los van de ankers en drijft het stuurloos rond – als Aads ark in urk – je bedenkt het zelf niet. Soms moet een ark vlotgetrokken worden om weer met volle vaart vooruit te kunnen gaan – zoals de Amsterdamse Ark die een veilige thuishaven in Heerenveen gevonden heeft. En ook daar worden wij royaal bediend! Collega’s die onze computers en mobiele telefoons installeren, ons wegwijs maken in gebouw en werkwijze, boekenkasten verslepen of beursbezoeken regelen, niet massaal boos worden wanneer ik tot tweemaal toe op een groepsmail reageer met ‘reply to all’ zodat alle medewerkers om 7 uur ’s ochtend mijn persoonlijke antwoord ontvangen… Die goedheid en genade die ons ook hier achtervolgen – zie het zoals je wilt – maar ik bemerk in Jubbega en Aldskoat hoe God als een Vader voor mij blijft zorgen.
* Bij Royal Jongbloed houdt men stug vol dat de vestigingsplaats ‘Heerenveen’ is, maar doe zelf eens wat topografisch onderzoek. (Ik schrijf hier verder niets over Aldskoat want je weet nooit hoe Friezen reageren op zendelingen uit verre streken en ik zit nog in mijn proeftijd).
Friezen niet gewend aan bezoek uit het westen?? Ze leven hier (o.a.) van toerisme 🙂 En de meeste Friezen zich zeer bewust van hun voorrechten.
Misschien dat het bezoek uit het wilde westen moet wennen aan rijden met normaal licht op inderdaad onverlichte wegen. Groot licht verblindt de tegenligger.
Hartelijke groeten van mede-import, en welkom in het woeste noorden!
Ik dacht: ik kan op dit onvindbare blogje rustig van me afschrijven. Maar ja: Ineke Evink is scherp als altijd. Ik zal wel wat dimmen 🤩. “Fryslân boppe en de rest yn’e groppe!”
Moest gelijk denken aan het boek van Geert Mak hoe God verdween uit Jorwerd en nog groter mijn verbazing als ik zie dat de cover van dat boek bij dit stukje is gebruikt. Misschien toch even een andere foto van Jorwerd hier bij plaatsen ?
Dag Minke! Dat is toch juist de ‘grap’… Ik keer de titel om en stel dat God hier is. Hij is ook nooit weggegaan. Ik heb een andere titel en een andere auteursnaam op de nep-cover gezet om dit punt te maken: God is HIER en Hij is er ALTIJD. Jubbega is geen Jorwerd. En Abspoel is niet Mak. 😉