Het verhaal van Howick (12) en Lily (11) zingt rond. Twee namen van twee kinderen, twee portretten, een buslading klasgenootjes die komen protesteren op het Binnenhof… Het is in elk geval gelukt om deze kinderen uit de anonimiteit te halen en zichtbaar te maken wat er in Nederland gebeurt als je ‘uitgeprocedeerd’ bent. En natuurlijk, regels zijn regels… maar over welke ruggen wordt deze discussie nu uitgevochten? Ik heb me via Facebook en Twitter al luid uitgesproken tegen de wijze waarop onze overheid omgaat met een alleenstaande moeder en haar kinderen – ook op Vrijplaats wil ik duidelijk protesteren tegen deze gang van zaken: het is het minste wat ik nu kan doen.
COMPLEX
Ik begrijp wel dat dergelijke zaken complex zijn en dat er altijd weer ‘grensgevallen’ zijn waarover discussie ontstaat. Maar het Kinderpardon – officieel ‘de overgangsregeling langdurig verblijvende kinderen’ – is in 2012 niet voor niets ingesteld. En, afgaand op de berichten, wordt het ouders in praktijk ongelofelijk moeilijk gemaakt om daadwerkeljk gebruik te maken van deze overgangsregeling.
Oktober 2012 werd besloten dat asielkinderen die langdurig in Nederland verblijven in aanmerking komen voor een verblijfsvergunning. Al in maart 2013 plaatsen enkele partijen serieuze kanttekeningen, bijvoorbeeld bij het criterium dat alleen kinderen in aanmerking komen die al die vijf jaar onder toezicht van de rijksoverheid hebben gestaan, een gemeentelijke overheid telt niet mee. Er is ook veel kritiek op het meewerkcriterium: Veel kinderen krijgen geen verblijfsvergunning omdat zij zelf of hun ouders in het verleden niet voldoende vrijwillig hebben meegewerkt aan uitzetting.
Een vreemd gegeven: meewerken aan uitzetting om in aanmerking te komen voor permanent verblijf. Op voorhand lijkt dat af te schrikken om een aanvraag te doen voor de kinderpardonregeling. Sinds 2013 hebben maar 29 kinderen een status gekregen op basis van het kinderpardon. Terwijl in totaal maar liefst 1480 een aanvraag hebben gedaan. En in 2016 heeft van de 120 aanvragers tot nu toe maar 1 kind een kinderpardon gekregen. Bron
De verantwoordelijke staatssecretaris Klaas Dijkhoff verschuilt zich (in mijn ogen) achter formaliteiten wanneer hij op menselijke toon een genadeloos standpunt verdedigt:
“Dit is een heel vervelende situatie. De Armeense vrouw in kwestie heeft meerdere procedures gevoerd om in Nederland te blijven. Al deze aanvragen zijn afgewezen waarbij haar telkens is gezegd dat haar verblijf in Nederland niet rechtmatig is en dat zij Nederland dient te verlaten. In 2009 viel dit besluit voor het eerst. Dit is keer op keer door rechtbanken beoordeeld en in orde bevonden. Afgelopen vrijdag nog oordeelde de rechter dat de Armeense autoriteiten de identiteit van de betrokken mevrouw hebben vastgesteld en dat de uitzetting kon doorgaan.
Deze situatie is ook voor de kinderen uiteraard ingrijpend. Helaas heeft de moeder de afweging gemaakt om niet samen met de kinderen te vertrekken. De gevolgen hiervan zijn uitvoerig met haar besproken. De moeder heeft gezegd dat ze weet waar de kinderen zijn. Wij staan op elk moment klaar om te zorgen dat moeder en kinderen zo snel mogelijk kunnen worden herenigd in Armenië.” Bron
SCHUILEN
Hoe het ook zij – laat de juristen elkaar maar de tent uitvechten – mij gaat het hier om een gedeelde basis van beschaving en medemenselijkheid. Ik weet niet of de moeder zich niet coöperatief heeft opgesteld of dat zij zich onvoldoende aan formele eisen heeft gehouden. Het doet in mijn ogen niet ter zake. Ons land zet in deze tijd een alleenstaande moeder tegen haar wil over de grens en plaatst haar in een land waar zij geen toekomst heeft. Hoe wanhopig moet zij zijn om ervoor te kiezen hieraan mee te werken, in het besef dat haar kinderen hier achterblijven en – geloof het of niet – moeten schuilen voor onze overheid? En al kennen we haar motivatie en pijn niet, we kunnen ons hopelijk wel iets voorstellen bij twee kinderen die hier achterblijven (ongetwijfeld omringd door liefdevolle zorg) terwijl hun moeder van hen gescheiden wordt. Welke overheid doet zoiets? Hoe kun je dit goedpraten, verdedigen of uitleggen? En – een emotionele vraag die ik toch moet stellen: hoe kan staatssecretaris Dijkhoff nog rustig slapen terwijl hij hiermee ingestemd heeft? Waarom heeft hij zich niet van zijn welwillende kant laten zien (hij heeft die bevoegdheid) en waarom heeft hij niet afgewacht hoe een volgende regering oordeelt over het Kinderpardon, vallend onder controversiële kwesties die niet door een demissionair kabinet ‘opgelost’ behoren te worden?
En als we ons dan toch beroepen op de regels en verdragen – hoe zit het dan met
de toepassing van het internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind? Lees dit en beantwoord de vraag: hoe kan deze handelswijze in het belang zijn van Howick en Lily?
Artikel 9
1. De Staten die partij zijn, waarborgen dat een kind niet wordt gescheiden
van zijn of haar ouders tegen hun wil, tenzij de bevoegde autoriteiten
onder voorbehoud van de mogelijkheid van rechterlijke toetsing, in
overeenstemming met het toepasselijk recht en de toepasselijke
procedures, beslissen dat deze scheiding noodzakelijk is in het belang
van het kind. Een dergelijke beslissing kan noodzakelijk zijn in een
bepaald geval, zoals wanneer er sprake is van misbruik of verwaarlozing
van het kind door de ouders, of wanneer de ouders gescheiden leven en
er een beslissing moet worden genomen ten aanzien van de verblijfplaats
van het kind.
2. In procedures ingevolge het eerste lid van dit artikel dienen alle
betrokken partijen de gelegenheid te krijgen aan de procedures deel te
nemen en hun standpunten naar voren te brengen.
3. De Staten die partij zijn, eerbiedigen het recht van het kind dat van een
ouder of beide ouders is gescheiden, op regelmatige basis persoonlijke
betrekkingen en rechtstreeks contact met beide ouders te onderhouden,
tenzij dit in strijd is met het belang van het kind.
4. Indien een dergelijke scheiding voortvloeit uit een maatregel genomen
door een Staat die partij is, zoals de inhechtenisneming,
gevangenneming, verbanning, deportatie, of uit een maatregel het
overlijden ten gevolge hebbend (met inbegrip van overlijden, door welke
oorzaak ook, terwijl de betrokkene door de Staat in bewaring wordt
gehouden) van één ouder of beide ouders of van het kind, verstrekt die
Staat, op verzoek, aan de ouders, aan het kind of, indien van toepassing,
aan een ander familielid van het kind de noodzakelijke inlichtingen over
waar het afwezige lid van het gezin zich bevindt of waar de afwezige
leden van het gezin zich bevinden, tenzij het verstrekken van die
inlichtingen het welzijn van het kind zou schaden. De Staten die partij
zijn, waarborgen voorts dat het indienen van een dergelijk verzoek op
zich geen nadelige gevolgen heeft voor de betrokkene(n). Bron
Lees dit bericht van Defence for Children
Zie de reactie van de Kinderombudsvrouw Margrite Kalverboer bij Nieuwsuur van 14.08.2017
Voel je vrij en reageer