Dit is mijn probleem. Ik ga een paar dagen weg om op adem te komen en kom met talloze verhalen terug. Hoe kan een mens zo ooit tot rust komen? Maar ik klaag niet, rust is voor de doden.
Ik waaide uit in Friesland. Met de auto en de caravan (zo burgerlijk ben ik dus), samen fietsend met mijn broer op rijwielen met hulpmotortje (zulke ouwe lullen zijn wij dus). Maar… we hebben het toch mooi gedaan: fietsen van Bolsward naar Franeker en terug, en een serieuze fietsroute voor mensen met afritsbroeken en ANWB-jassen: ‘de Oersetters’ (ik ga dit niet vertalen want onvertaald klinkt het veel stoerder).
Afschepen
Ik heb te veel verhalen voor een enkele blogpost en ik moet ook nog die geschiedenis van Boaty Mcboatface kwijt die hier weinig tot niets mee te maken heeft. Maar er was dus een wedstrijd en iedereen mocht via een website meedoen. Er moest een naam bedacht worden voor een onderzoeksschip en tot schrik van de initiatiefnemers kwam ‘Boaty Mcboatface’ als favoriet uit de strijd. Dat vond de Britse Science-minister toch niet zo’n passende naam, dus ging David Attenborough (naamsuggestie nummer 4) alsnog met de eer strijken. Een of ander hulpschuitje kreeg als troostprijs de naam Boaty mee, en daar komt dus de uitdrukking ‘ergens mee afgescheept worden’ vandaan. (Frank, als jij denkt dat dit niet de juiste oorsprong is, onderzoek het op Twitter – daar weet men alles).
Fanaat
We stonden in de kleine havenplaats Makkum voor een grote schuit. Dat kwam niet als totale verrassing, want vooraf was een afspraak gemaakt met Aad Peters, de kapitein van de Verhalenark. Op de valreep zagen we nog net hoe Aad de plaatselijke politie uitzwaaide. Zij waren gekomen om te onderzoeken hoe er die nacht een fanaat met een bijl op de houten deur van de ark had staan beuken.
“We laten het zo”, vertelde Aad. De kerven in de deuren zijn de littekens die de Verhalenark voortaan met zich meevoert, evenals de zichtbare schade door averij die het gevaarte vorig jaar in Oslo opliep na een stevige aanvaring met een patrouilleboot van de Noorse kustwacht. “Het was wereldnieuws”, zo hoorden we – en ook dat is waar: Nederlands nieuws; buitenlands nieuws.
Op bijbelse schaal?
De tweede grote replica van de ark van Noch, die van Johan Huibers, drijft nu ergens bij Rotterdam. Henk Rothuizen had mij vanuit zijn huiskamer onlangs nog op het gevaarte gewezen. De voetbalkuip ging schuil achter een andere woontoren (Henk dacht dat dit voor mij wel prettig was), maar de ark van Johan Huibers was met het blote oog nog te onderscheiden.
De ark van Aad, ooit ook van Johan, is een stuk kleiner. Huibers heeft een nieuwe getimmerd omdat de schaal niet klopt met de letterlijke bijbeltekst (en volgens Aad kloppen de verhoudingen nog steeds niet, dus het wachten is op Boaty Mcboatface III).
Na onze barre Frieslandreis (we weten nu hoe Bonifatius zich gevoeld moet hebben, maar wij kunnen het nog wel navertellen), werd ik geconfronteerd met de harde feiten. Ik moest schulden vereffenen met mijn broer. We checkten beiden onze online betalingen en kwamen tot de conclusie dat ik nog 20 euro moest bijbetalen. Een enkele post konden we niet direct thuisbrengen: €29 voor Big Ship. Maar dat bleek dus de Verhalenark te zijn (tweemaal de entreeprijs voor volwassenen – en dat is het dubbel en dwars waard).
Kinderhandjes
Waarom zou je de Verhalenark bezoeken? Omdat je kans loopt dat je Aad tegen het lijf loopt. Hij heeft meer verhalen dat Noach zelf en hij blijft er ook nog eens nuchter onder. Het is – of je nu strenggelovig bent of een bloedfanatieke vijandige bijlenzwaaier (calm down, calm down – beheers je een beetje en betaal gewoon entree) – echt een belevenis om door die houten boot te stappen. Je loopt dwars door de bijbelse oergeschiedenis om te ontdekken dat dit feitelijk het verhaal van de mensheid is.
Hoe komt het toch dat wij met z’n allen door deze eindeloze oceaan van het heelal vliegen? Onze aarde is een ark, een blauwe parel in het zwart. Parels ontstaan langzaam en onder druk, maar dat kan toch nooit het hele verhaal zijn. Ga die boot in en stel je oordelen uit. Voel je niet te groot of te zeker voor een kinderlijke puzzeltocht en verbaas je over wat er te zien is. Misschien mag je op de 120 jaar oude Duitse vleugel spelen die in de schaduw van de boom des levens staat. Hij is te teer voor kinderhandjes, maar verder mogen de belangrijkste bezoekers (de jongens en de meisjes) overal met hun vingers aankomen.
Muziek is een taal. Beelden spreken boekdelen. Die Verhalenark vaart nog wel even verder en Aad Peters is nog lang niet uitverteld. Kom aan boord.
Voel je vrij en reageer