We kijken onze ogen uit in Praag. Eergisteren hadden we aan het eind van de dag geen energie meer voor een wat uitgebreid bezoek aan de joodse wijk. Gisteren maakte ik er apart tijd voor en bezocht ik de oude joodse begraafplaats en een paar synagoges.
Plaatsvervangende schaamte
Je stelt je in op grootschalig leed – wetend wat de joodse gemeenschap in de Europese geschiedenis is aangedaan. Het is raar, maar ik moest de neiging onderdrukken om orthodox joodse bezoekers in de Pinkas synagoge te vertellen over het gevoel van schaamte dat me bekroop en dat de gehele middag bij me bleef. Zo ‘plaatsvervangend trots’ als ik kan zijn op de historische, architectonische en artistieke schoonheid van ‘ons’ continent (waar ik persoonlijk geen krediet voor kan nemen), zo beschaamd voel ik mij over de zwarte bladzijden van de Europese geschiedenis (waar ik geen persoonlijke schuld aan heb).
Onvervangbare mensen
Muren vol handgeschreven namen. Het zijn er veel. Zevenenzeventigduizend-tweehonderdzevenennegentig. Dat zijn er adembenemend, verbijsterend, hartverscheurend veel. En dan zijn dit alleen ‘nog maar’ de joodse slachtoffers van de Holocaust uit dit land. Elke naam is ooit gegeven aan een baby – door dankbare ouders met mooie dromen. Het handschrift op de muren is een eerbetoon, een respectvolle poging om onvervangbare mensen aan de vergetelheid te ontrukken. En ik moest slikken toen ik een stukje muur zag waar (door vochtproblemen?) een aantal namen opnieuw was uitgewist. Dat stukje zal vast in ere hersteld worden – de namen zullen ook wel ergens anders genoteerd zijn. (Later meer).
Bedankt Paul voor je overdenken hierover. Op Curaçao zijn er Joodse mensen die vanuit Polen naar Curaçao zijn gevlucht net voor en nadat Duitsland Polen aanviel op 1 september 1939. Op Curaçao werden ze toen Polaco’s genoemd. Bij het bezoek van Paus Johannes aan Curaçao (in de jaren tachtig), heeft een van hen (een heel aardige man, ik kwam hem vaak tegen op vrijdag in de synagoge, hij is twee jaar geleden overleden) als tolk opgetreden. Onlangs is ook een boek verschenen van een Curaçaose ‘Polaco’ met het autobiografisch verhaal m.b.t. tot haar ontsnapping uit handen van de nazi’s en haar jeugdjaren op Curaçao. Zij is nog steeds in leven. Met haar zoon en klein zoon heb ik af en toe contact. Sommige van deze Curaçaose Joodse mensen (ze zijn Asjkenazische joden, afkomstig dus uit Oost-Europa. De andere Joodse bewoners van Curaçao, die hier vanaf de 17e eeuw zijn, zijn de Sefardische Joden, afkomstig uit Portugal en Spanje. Mijn over-grootmoeder komt uit deze groep) zijn praktisch hun gehele familie kwijtgeraakt door de bezetting van Nazi-Duitsland van Polen en de wandaden tegen de mensheid begaan door de nazi’s in Polen. Heel triest Paul, de verhalen die je hoort… Heel erg, heel erg. Woorden schieten tekort om het leed te beschrijven.