Laat ik het eens hebben over zaken waar ik vrijwel geen verstand van heb.
Onlangs hoorde ik over een dierproef die gelukkig nooit uitgevoerd is, maar die wel een zekere bekendheid geniet. Het gaat om een gedachte-experiment dat is ontsproten aan een Oostenrijks brein, in het jaar 1935. Dat klinkt weinig geruststellend, ik geef het toe.
De kat van Schrödinger
Erwin Schrödinger bedacht destijds dat je een kat voor een wetenschappelijk experiment zou kunnen opsluiten. De hermetisch afgesloten ruimte waarin het (denkbeeldige!), dier zich bevindt – denk aan een bunker – wordt aangesloten op een installatie die dodelijk gas naar binnen kan spuiten. De kans dat dit werkelijk gebeurt is met wetenschappelijke precisie afgesteld op 50%. Na verloop van tijd gaan de onderzoekers kijken hoe het met de kat gesteld is. Zij treffen het dier dan dood óf levend aan, andere opties zijn er niet.
Parallelle werkelijkheden
Schrödinger ging ervan uit dat in de merkwaardige tijd van onwetendheid twee mogelijke werkelijkheden naast elkaar bestonden: de kat is in die tussentijd zowel dood als levend. Pas bij het openen van de bunker kan door observatie worden vastgesteld welke mogelijkheid zich gerealiseerd heeft.
Albert Einstein bedacht een wat minder beladen, maar voor de kat even gevaarlijke, variant met een bunker en buskruit. Het dier werd in deze proef blootgesteld aan het gevaar van een ontploffing. De kans hierop werd opnieuw ingesteld op exact 50%. Als ik het goed begrepen heb – ik begon al met te vertellen dat ik hier vrijwel geen verstand van heb – ging Einstein ervan uit dat de kat na dit experiment dood óf levend was. Niet allebei tegelijk. De waarnemer zou slechts vaststellen wat de uitkomst van het experiment was, zijn observatie had geen enkele invloed op de gerealiseerde werkelijkheid. Voer dit experiment 100 maal uit en je houdt – statistisch gezien – 50 dode katten over. Ik weet niet of je er honderd katten voor nodig hebt, want je kan overlevende dieren in theorie natuurlijk ook hergebruiken.
Observatie forceert een beslissing
De tijd van onwetendheid, die paar spannende minuten voor het openen van de bunker, vormt een fascinerende periode. In theorie (en in werkelijkheid?) bestaat de kat dan namelijk tegelijkertijd in twee staten: morsdood én springlevend. Het openen van de bunker, het observeren van de uitslag – forceert de natuur tot het nemen van een beslissing.
Absurd, hoor ik je denken. Wacht, ik ben het daarmee eens, maar de onzin is nog niet volledig.
Morgen gaan we verder.
Voel je vrij en reageer